Published on March 26th, 2013 | by thezooooo

Old MacDonald doesn’t have a farm, but an appartement.

This blog is a column from Het Financieel Dagblad and will be translated on a later date.

Michelle Obama gaf niet het startschot voor de verhipping van de moestuin, maar het heeft zeker geholpen. Het Witte Huis heeft nu een mooie moestuin en in Nederland zijn er lange wachtlijsten om een moestuin te bemachtigen. De aanmeldingen komen zeker niet alleen van mensen die door de recessie gedwongen worden. Het zijn dezelfde mensen die fairtrade hip maken en de verkoop van Birckenstock-slippers hebben bevorderd. Het zijn ook de mensen die de zogeheten verwen-spa graag bezoeken, naar boerencampings gaan en daar in mooie huistenten bivakkeren. Deze groep worden ook wel ‘cultural creatives’ genoemd en veel bedrijven hebben hun innovatieprogramma inmiddels op hen afgestemd. Omdat ze vooraan in de bekende curve leven en ook de doorkwekkers zijn van concepten. Mits ze die leuk vinden.

9780609808450

Socioloog Paul H. Ray en psycholoog Sherry Ruth Anderson hebben deze ‘cultural creatives’ bestudeerd en hun de naam gegeven. Het zijn mensen die kwaliteit, authenticiteit en duurzaamheid voorop stellen. Ze willen lekker leven en plaatsen welzijn boven welvaart. Ze hebben hun wortels in de moderne wereld en zijn geen geitenharenwollen sokken-types. Over de planeet maken ze zich wél zorgen en hun werk en leven richten ze graag duurzaam in. Ze verwerpen dus niet zozeer de commercie of het bedrijfsleven, maar hebben wel een hekel aan massaproductie en de eenzijdige nadruk op succes. En prikken feilloos door praatjes die door bedrijven niet worden waargemaakt. De ‘cultural creative’ koopt bewust producten en diensten die geen verdere ecologische of maatschappelijke problemen veroorzaken. Een kwart van de Europese en Amerikaanse bevolking wordt nu onder deze groep geschaard. Zij zullen volgens diverse onderzoekers in de toekomst een belangrijke invloed hebben op de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten en ook de wijze waarop deze in de markt gezet worden.

Die mensen kom je dus nu tegen op de moestuin. In de praktijk mopperen de oorspronkelijke moestuineigenaren wel op dit nieuwe volk, die een beetje staan te modderen bij het opbinden van de boontjes. En het verschil niet kennen tussen snijbiet en rode biet. Maar het opent ook een heel nieuwe markt van producten en diensten bij de tuincentra en de doe-het-zelf-zaken. Want je moet natuurlijk wel leuke regenlaarzen hebben, handige kleine wied-kussentjes voor je knieën, een fijne picknickmand en alle soorten rieken, harken en pakketten met diverse zaden. Om maar te zwijgen van de boeken met uitleg en recepten met vergeten groenten, van meiraap tot boksbaard.

Deze ontwikkeling opent trouwens ook deuren voor de groente- en fruittelers. Met de huidige lage inkoopprijs die ze bij winkeliers voor hun groente en fruit krijgen, zijn andere inkomstenbronnen welkom. Dus waarom niet stukjes grond rechtstreeks verhuren aan de hobbytuinders? De tuinders zijn dan verlost van overschotten en er komt meteen een eind aan de wachtlijsten voor moestuinen. De tuinder kan zelfs de hobbytuinder aanbieden diens werk deels over te nemen, tegen betaling, want de hobby-tuinders hebben natuurlijk geen tijd om elke dag langs te komen.

Voor wie hierop niet kan wachten, is er nu ook de uitklapbare moestuin voor op het balkon of in de tuin. Ze zijn er in diverse soorten en maten. Een soort droogrek met bakken op verschillende hoogte: met kruiden en groente bouw je zo heel gemakkelijk je eigen moestuintje: Old MacDonald has an appartment. De stekjes, zaden en al het materiaal dat nodig is om de productie goed te laten verlopen, zijn natuurlijk ook weer te krijgen bij de gespecialiseerde tuincentra, zoals de winkels van de Boerenbond en Welkoop.

In Amerika zijn ze met dit gedachtegoed al een tijdje in het groot bezig en hebben ze het nog wat verder getrokken. Professor Dickson Despommier ontwikkelde met zijn studenten het concept ‘vertical farming’. Hij sprak er over tijdens een PINC-congres (www.pinc.nl).

Het idee is om met het gebruik van bestaande kastechnieken gewassen te laten groeien in een wolkenkrabber. De groep heeft helemaal uitgedokterd hoe dit kan, wat je nodig hebt en wat het oplevert. Want met de groeiende wereldbevolking, de beschikbaarheid van land en de hele klimaatdiscussie zou dit zo maar een oplossing zijn om ons voedsel te gaan produceren. Het hele jaar door, midden in de stad.

graphic0.jpg_full_600

Despommier maakte een site, gaf het concept aan de wereld en inmiddels gaan anderen er weer mee verder. Ook meteen een geweldig voorbeeld hoe je innovatie implementeert. Architecten over de hele wereld maken al voorstellen en nemen het mee in hun plannen. Stedelijke planologen proberen het aan de politiek te verkopen. Een eigenaar van een pand in Manhattan wil wel een proeftuin zijn. Het geeft ook weer veel weerstand en er ontstaan levendige discussies. Despommier fungeert als een echte tuinder en geeft het idee op tijd water, mest en lucht. Hij weet inmiddels al: het is lastig een plantje te laten groeien door er aan te trekken.

Deze column is geplaatst in het Financieel Dagblad in 2011



Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

Back to Top ↑